PolonnaruweraPolonnaruwa is een stad in de Noordelijke Centrale Provincie op Sri Lanka. Het is de hoofdstad van het gelijknamige district Polonnaruwa. GeschiedenisPolonnaruwa (13.900 inw.) was, na Anuradhapura, de tweede hoofdstad van het oude Sri Lanka. De historische stad van Polonnaruwa werd tot hoofdstad uitgeroepen in het jaar 1070. Tot het jaar 1284, na een invasie van een rivaliserend koninkrijk, was het de belangrijkste stad in Sri Lanka. In de oude stad kun je veel ruïnes, waaronder het oude koninklijk paleis en vele tempels zien. Hierom staat de historische stad van Polonnaruwa op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Polonnaruwa ligt, samen met Anuradhapura, Dambulla en Sigiriya, in de culturele driehoek van Sri Lanka. Rondom Polonnaruwa liggen veel natuurreservaten waaronder het bekende Wasgumuwa National Park.De historische stad van PolonnaruwaDe historische stad van Polonnaruwa staat vol met ruïnes en bezienswaardigheden uit de 11e tot 13e eeuw. Dit waren de hoogtij dagen van de Srilankaanse beeldhouwwerken. De stad bestaat eigenlijk uit drie delen, Dalada Maluwa, de noordelijke monumenten en de koninklijk citadel. De meeste ruïnes staan in de Dalada Malawu, ook wel Quadrangle (“vierkant”) genoemd. De koninklijke citadel bevat overblijfselen van het koninklijk paleis en de audiëntiehal. Gal Vihara rots tempel
Gal PotaDe Gal Pota (“Boek van steen”) is precies wat de naam aangeeft. In de 8m bij 1.5m grote steen zijn de daden van koning Nissankamalla door hemzelf vastgelegd. De inscripties beschrijven het leven en de oorlogen van de koning. Op de zijkant van de steen zijn twee olifanten uitgehouwen die water sprenkelen over de Hindoe godin van voorspoed, Lakshmi. Hatadage Hatadage (Sinhala) is een heiligdom van de oude relikwie in de stad van Polonnaruwa, Sri Lanka. Het werd gebouwd door Nissanka Malla, en werd gebruikt om de relikwie van de tand van de Boeddha te houden. De Hatadage is gebouwd met behulp van steen, baksteen en hout, hoewel alleen de delen bestaande uit baksteen en natuursteen overgebleven zijn. Het lijkt een structuur met twee verdiepingen zijn geweest, nu de bovenverdieping vernield is.
|
De Lankatilaka heiligdom in Polonnaruwa is één van de mooiste Boeddhistische heiligdommen van Azië uit de 12e eeuw. Bij de ingang staan twee hoge uit baksteen bestaande pilaren, waarvan de hoogste meer dan 17 meter hoog is. Origineel zouden de pilaren ooit twee keer zo hoog zijn geweest. Het ook uit baksteen bestaande Boeddhabeeld was oorspronkelijk 12,5m hoog, helaas is deze boven de schouders verwoest. De buitenkant van de muren van het heiligdom is versierd met stucwerk.
De Sathmahal Prasada (“Het zeven verdiepingen gebouw”) is gebouwd in een unieke getrapte piramide vorm van zeven vierkante verdiepingen. De oorsprong van het gebouw is onbekend, het gebouw wordt nergens genoemd. Op Sri Lanka kom je nergens deze bouwstijl tegen, het dichtstbijzijnde qua stijl is de Wat Kutkut in Lamphun, Thailand (nabij Chiang Mai), gebouwd in de 8e eeuw. Hieruit wordt vermoed dat de Sathmahal Prasada in Polonnaruwa Thaise of Cambodjaanse invloeden heeft.
De Rankot Vihara is met 55 meter de grootste stoepa van Polonnaruwa en de op drie na grootste stoepa van Sri Lanka. De stoepa is gebouwd in de 12e eeuw door koning Nissankamalla in de stijl van Anuradhapura. Een inscriptie voor de stoepa verteld dat de koning persoonlijk de bouw overzag.
Vlakbij bij de nieuwe stad liggen de Potgul Vihira tempel en het standbeeld. Het standbeeld is ongeveer 3,5 meter hoog en uitgehouwen uit een rots. Het is niet duidelijk wie er afgebeeld is, maar men denkt aan koning Parakramabahu of een Indische hoge priester, genaamd Agastaya. In de ruïnes van de tempel kun je nog op de muren tekeningen zien uit de 12e eeuw. De tempel bestaat uit vier kleine stoepa’s die om een ronde bakstenen gebouw liggen.
Potgul Vehera klooster
Dit klooster is ook bekend als het 'Librerary klooster'. Het is gelegen aan de zuidkant van de stad met zijn gebouwen gegroepeerd op terrassen rond het centrale terras die bestaat uit de circulaire schrijn of bibliotheek voor boeken. Op de noordelijke grens vindt u een gebeeldhouwde figuur gesneden in het gezicht van de rots, die werd geïnterpreteerd als de gelijkenis van een koning of salie
Bij de Vatadage kunt u de trap weer afdalen. Aan de voet ervan bevindt zich een rond bekken voor het wassen van de handen en daarnaast een rechthoekig bekken voor het schoonspoelen van de voeten. Het eerste heiligdom ten noorden van het Quadrangle is de Pabalu Vehera, in de 12de eeuw gebouwd door een vrouw van Parakrama Bahu. Het is een, nu groenbemoste, bakstenen dagoba van bescheiden afmetingen. Zeer weinig toeristen bezoeken deze oude dagoba en dus kunt u hier in alle rust genieten van de geluiden die de overal aanwezige vogels voortbrengen.
Schuin tegenover de Lotushal staan enkele tempels vlak bij elkaar. De mooiste en best bewaarde is de Vatadage, gebouwd door Parakrama Bahu. Het is een rond Singalees beeldenhuis van 18 m doorsnee, staande op een rond platform met in het midden een kleine, platronde dagoba. Alles is van een heel bijzondere structuur. De buitenzijde van het platform is verfraaid met reliëfs van dieren, bloemen en dwergen.
De vier toegangstrappen, waarvan de treden en balustrades rijk gebeeldhouwd zijn, zijn alle voorzien van twee wachterstenen met daartussen een maansteen, waarvan die aan de oostzijde van een opvallende schoonheid is. Iedere trap komt uit bij een zittend boeddhabeeld; deze zijn alle vier tegen de dagoba geplaatst. Op het terras staan enkele zuilen; van de vele verdwenen zuilen die vroeger het houten dak hebben gedragen resteren slechts gaten.
Ten noorden van de citadel ligt een groot, rechthoekig terras, nu bekend als het Quadrangle. Binnen de toenmalige muren stonden hier de Tempels van de Tand met hun bijgebouwen. Om die reden dient u het terras ongeschoeid te betreden.
In de zuidwesthoek van het Quadrangle staat de Thuparama, een beeldenhuis uit de 12de eeuw. Het vierkante bakstenen gebouw heeft buitenmuren vol ornamenten, pilaren en nissen, hetgeen op hindoeïstische invloeden wijst. Het is een van de weinige tempels waarvan het dak bewaard gebleven is. In de dikke muur is een trap aangebracht die naar dit dak voert.
De toegangspoort leidt naar een vestibule. Vervolgens kunt u het binnenste heiligdom betreden, waarin vier staande en vier zittende beelden van Boeddha te zien zijn. Het grote, nu iets beschadigde, zittende beeld van Boeddha had vroeger ogen van saffier die een gloed wierpen op het gelaat. Alle beelden zijn uit marmer gehouwen. Als u een vlammetje bij het gesteente houdt, kunt u het marmer zien glinsteren.
Ten noorden van het paleis staat een kleine tempel ter ere van de god Shiva (ter onderscheiding van de tempel ten noorden van het Quadrangle als no. 1 aangeduid). Deze tempel van grijze steenblokken werd graag door de koninginnen bezocht. In het achter in de tempel gelegen heiligdom steekt de gestileerde mannelijke 'lingam' van Shiva omhoog. Shiva is de god van de wedergeboorte en de vruchtbaarheid. In die gedaante wordt Shiva voorgesteld in de vorm van een lingam (fallus). De geschiedenis en de oorspronkelijke naam van deze tempel zijn niet bekend.
Het was onder koning Parakramabahu de Grote (1153-1186) dat Pollonaruwa met een aantal indrukwekkende bouwwerken en heiligdommen, waarvan de resten vandaag de dag nog bewonderd kunnen worden. Hij liet ook de tank aanleggen, het bijna 2500 hectare grote waterreservoir direct ten oosten van de oude stad.
In de Royal Palace Group staat Vajayanta Prasada, het restant van het koninklijk paleis van Parakramabahu. Het had oorspronkelijk 7 verdiepingen (nu nog 3). De Rajavesya Bhujanga, de Audiëntiezaal, is een paviljoen met een fries met reliëfs van olifanten. Tot de groep behoort ook het grote stenen koninklijke bad Kumara Pokuna.
Achter de beschermende muur van de audiëntiezaal ligt de in 1935 blootgelegde en gerestaureerde Kumara Pokuna, het grote en fraaie Koningsbad. Het heeft twee afdalende terrassen en twee waterkranen in de vorm van een krokodillenbek. Het bad werd tijdens de regeerperiode van koning Parakrama Bahu (1153-1186) gebouwd.
500m ten noorden van Demala Maha Saya is de Nelum Pokuna (Sinhala: lotus vijver), gebouwd door koning Parakramabahu de grote in een ontwerp van 8 gestileerdepetaled lotusbloemen. Verondersteld wordt dat e Lotus vijver werd gebruikt door pelgrims die zich wasten in het ritueel bad voor een bezoekt aan Tivanka-Patanaghara huis.
De 12de-eeuwse Lotushal (Nissanka Lata Mandapaya) was het paviljoen waar koning Nissanka Malla graag luisterde naar het zingen van bescherming gevende religieuze liederen in de nabijgelegen tempels. Het vierkante gebouw is omgeven door een stenen hekwerk; midden? op het platform staat tussen de zuilen een kleine dagoba. De zuilen zijn heel typisch vormgegeven; ze moesten op gedraaide lotusstengels lijken.